MG trading
Image default
Vervoer en transport

Hoe een baan te vormen voor modelspoorbaanlay-outs

In een modelspoorbaan is een straal de afstand van het midden van een cirkel tot de buitenrand. Een straal van 10″ is aan de zijkanten gelijk aan 20′. Een straal van 90 graden is 180′. In het onderstaande diagram is een straal van 10″ aan alle zijden gelijk aan 20′. Het staat ook gelijk aan een ’turnback curve’. Hierdoor ziet de lay-out er realistischer uit.



Als je een straal op een modelspoorbaan wilt vormen, definieert je eerst de grootte van het spoor dat je wilt gebruiken. Meestal kunnen modelspoorders geen bocht breder dan 30 inch bereiken. Typische draaicurves in HO- en N-schaal vereisen een toegangsluik in het midden. De minimale straal wordt vaak bepaald door de vorm van de lay-out. De vuistregel voor het bepalen van de straal wordt gepubliceerd door de SIG Layout Design.

Een andere vuistregel is om bochten te gebruiken met een zo groot mogelijke straal. Dit is een goede vuistregel om te volgen bij het plannen van een baanlay-out. In HO- of N-schaal wilt je curven maken met een minimum van 18 inch. Als je echter met een kleinere schaal werkt, kunt je een curve met een grotere straal kiezen. Het heeft geen invloed op de grootte van je baan, maar het zal je helpen je lay-out er realistischer uit te laten zien.

Een derde vuistregel is om de grootste straalcurve te gebruiken die beschikbaar is voor je lay-out. De kleinste radiuscurve is de beste keuze voor ho- en n-schaaltreinen. Tenzij je van plan bent om treinen te laten rijden die met hoge snelheden rond een smalle bocht rijden, wilt je een gebogen straal gebruiken. Het zorgt ervoor dat de lay-out realistischer en gemakkelijker te bedienen lijkt. Dus, de volgende keer dat je een lay-out plant, denk dan na over deze vuistregel en maak je perfecte track.

De tweede vuistregel om te onthouden bij het plannen van een modelspoorbaanbaan is om de grootst mogelijke radiusbocht te gebruiken. Hoewel de kleinste straal vaak als het minimum wordt beschouwd, is een boog van achttien centimeter of meer de kleinste. Je kan ook rekening houden met de kleinste straal bij het ontwerpen van een spoorplan. Wanneer je een spoorindeling plant, is een strakkere bocht realistischer en krijgt je meer ruimte voor treinen.

Een minimale boogstraal is een belangrijke factor bij het ontwerpen van een modelspoorbaan. Met een kleinere straal kunt je meer sporen op een ruimte plaatsen. Een grote straal zorgt er ook voor dat je trackplan er realistischer uitziet. Als de baan te krap is, kan het moeilijk zijn om te bewegen. Gebruik in plaats daarvan een kleine curve met een grotere straal. Dit is de eenvoudigste manier om een modelspoor erfdienstbaarheid te creëren.

Dit artikel is geschreven door Mitropa modeltreinbanen